Vrienden op wielen - Reisverslag uit Iğdır, Turkije van Peter Minnen - WaarBenJij.nu Vrienden op wielen - Reisverslag uit Iğdır, Turkije van Peter Minnen - WaarBenJij.nu

Vrienden op wielen

Blijf op de hoogte en volg Peter

07 Juni 2019 | Turkije, Iğdır

Na een woelige nacht met een keiluide keivalse imam om drie uur, beetje rommelig in het vooronder (wrijven helpt niet, Rennies wel) en wat wilde dromen over van alles en nog wat, wordt ik om 5:00 wakker. Te vroeg. Dus gordijnen dicht en omdraaien. Blijkt om 6:45 dat er een kiertje in het gordijn zit waar het zonnetje precies doorheen prikt, in mijn ogen. Hoera. Het is weer dag.

Het ritueel van pakken gaat steeds vlotter zodat om 7:00 de tas op de motor opgeknoopt is en ik terugloop voor mijn motorpak. De man van de balie toont op zijn computer de tekst: “Ontbijt op de vierde etage.” Daar had ik voor die €14,- hotelkosten niet op gerekend. Meevallertje nummer 1, denk ik.

Na het ontbijt loop ik naar beneden, klaar voor vertrek. Staan er alweer twee heren klaar om mij te zegenen voor de reis. Eén van hen spreekt Engels. Als ik hem vraag naar Ararat, want ik ben nog steeds niet zeker of ik er mag komen, vertelt hij dat het geen probleem is. Hij heeft de weg vaak gereden, vroeger was hij niet zo goed maar tgenwoordig is hij stukken beter.

Stukken beter, zeg dat wel. Hier zij Duitse Autobahn ingenieurs bezig geweest, denk ik. En vlot rij ik ba Bayburt naar Askale. Het stuk van Maden tot aan Bozburun stat op de kaart als smal, maar men is al druk bezig de gaten op te vullen. En of het nou nog steeds feest is of zo, maar ik vind het reuze rustig op de weg. Ik haal een langzaam rijdende mini Suzuki camper in met vrolijke Iranezen.

Meteen na Bayburt gaat de weg even omhoog over een soort pas, van 2000 meter hoogte, met een monument en mooi uitzicht waar ook een Turkse familie van geniet. Als ik van het monument weer naar de motor loop komt vader met een koektrommel vol zelfgebakken koekjes. Heerlijk, dank! Ik kan alleen niets terug aanbieden. Toet, daar komen de Iranezen in hun camper weer voorbij.

Vanaf Askale rijden we op een hoogvlakte van tussen de 1200 en 1600 meter hoogte. Dat betekent weinig bomen, wel veel landbouw, glooiende akkers en af en toe een dorp. Niet veel later haal ik de Iranezen weer in. Maar bij het stoplicht stat naast me een auto die ook toetert en de bestuurder zwaait. Ik zwaai terug. Twee kilometer verder haalt deze auto mij in en de passagier voorin wenkt me te stoppen. Wat te doen? Eerst vertrouw ik het niet en haal hen weer in. Dan zie ik dat het twee oudere echtparen zijn en besluit te stoppen.

De bijrijder blijkt Nederlands te spreken en wil,dit laten horen. Jaren in Nederland gewerkt en nu weer terug. Ik moet hem twee, nee drie, nee viermaal de hand schudden. Goede reis gewenst allemaal. En door.

Net voor Erzurum haal ik een wereldfietser in die net afremt. “Ook Hollander?”, vraag ik. “Neen, Belg”, antwoordt de jonge man die Sam blijkt te heten. We praten even, hij heeft tot gisteren drie weken met een Duitser samen gefietst en moet nu wennen aan alleen zijn, ver van huis in een vreemd land. Beide vinden we Turkije een tof land om in te reizen. Hij moet nu nog anderhalve dag op de pechstrook rijden, ik ben vanmiddag al weer in een hotelleke.
Sam is ook onderweg naar China of verder. Veel succes man.

Dan weer een kwartier of zo verder, zie ik twee motorrijders met motoren net als ik in de berm staan. Nee, ze staan op een oud stuk asfalt een paar meter van de weg. Helm af, een op zijn knieen. “Everything Okay?”, roep ik? De een zwaait terug met een half “kom hier” gebaar. Dus ik keer op de snelweg (dat kan hier gewoon) en trial door de berm naar hen toe. Het zijn twee Turken, een congierge en een sieradenmaker, die samen een rondje Zuid Oost Turkije doen en net een koffie aan het maken waren. “Do you have a mug?”, is een vraag die veel zegt.

Ze stellen na afloop voor om eventueel samen verder te reizen. Maar hé, dan kennen ze de eenpersoonsmotorclub nog niet. Dus scheiden onze wegen. Tien km verder komen we elkaar ivm een tankstop nog even tegen, maar bij Agri ga ik rechtdoor en zij rechtsaf.
Mijn weg gaat nu naar Horasan. Daar moet ik beslissen of ik via het zuidelijke, en dus volgens de regering en sommige azijnpissers gevaarlijkere Dogubayazit, of via het noordelijke en dus relatief veiligere Igdir naar Mount Ararat ga.

Net na Agri wordt de wolk grijzer en natter. Het is niet waar he? Precies waar ik heen ga hangt weer een reuze regenbui. Dit keer stop ik niet en ga vol in de aanval. Regenhoes over de tanktas en hoofd tussen de schouders. Gelukkig wordt de wolk daar bang van en besluit naar het noorden af te wijken. Op een paar spetters en een opdrogend wegdek na heb ik er geen last van gehad. Wel ontnemen de wolken vaak het uitzicht op hoge bergen.

Na Horasan moet ik voor de vierde keer vandaag mijn vizier reinigen. Wat een bijen en motten en ander vliegvolk hangt er boven de weg. Ik maak heel wat lijken en dat verklaart ook waarom de motor af en toe een brandlucht geeft: verbrande mot op de uitlaten!
Na het wassen van de helm in een enorme toiletruimte, met zeep en toiletpapier, moet ik de wegenkaart opnieuw vouwen. De tankman komt erbij en wijst op de kaart aan precies waar je wel en niet moet zijn. Hij noemt de berg overigens Agri Dagt, dat maakt het rijden wel gemakkelijker.

De zuidelijke route is de beste. De regen is naar het noorden. Er hangen wel nog wat wolken laag te treuzelen als ik in Dogubayazit aankom. Ik kan ook treuzelen. Bijvoorbeeld door uitgebreid te lunchen met kipspies, brood, rijst, sla, cola, yoghurtdrank en koffie toe. Voor €4,50 Tussen de gangen door ga ik buiten kijken of de berg als vrij van wolken is. Het is me toch een puist zeg! Ik bedoel, ik sta hier op ca 2000 meter op een hoogvlakte en dan gaat die uitgedoofde besneeuwde vulkaan als een soort Fuji nog eens 3000 meter steil de lucht in.

Helaas krijg ik het topje niet te zien vandaag, wolken treuzelen harder dan ik. Dus rij ik naar Igdir waar ik een hotelkamer had geboekt. De weg gaat van de hoogvlakte naar beneden, hetgeen betekent dat de temperatuur aanmerkelijk stijgt. Tot zelfs 35,5 graden. Gelukkig heeft mijn hotel, in het centrum, airconditioning. Helaas stond deze nog niet aan zo dat de kamer 38 graden is. De airco loeit nu volop terwijl ik dit schrijf. Ik zag net dat de stand nu op 36 graden is.

Als ik zo ga wandelen in de stad laat ik met een tweede sleutelkaart de airco aanstaan. Want als ik dan goed slaap en morgen is de lucht helder, dan sta ik vroeg op en ga nog even naar Agri Dagt kijken. Wat een berg.

  • 13 Juni 2019 - 17:14

    Bea:

    Wat een prachtige ontmoetingen Peter (berg en mensen)

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Turkije, Iğdır

Peter

Logistiek Adviseur, reiziger, motorrijder, internetter, bedenker, helper, ondernemer.

Actief sinds 22 Sept. 2015
Verslag gelezen: 246
Totaal aantal bezoekers 34463

Voorgaande reizen:

22 Mei 2021 - 24 Mei 2021

Shape of The Netherlands

17 Mei 2019 - 29 Juni 2019

Grenzenloos Genieten

06 Oktober 2017 - 11 Oktober 2017

In één streep naar Gibraltar

19 Augustus 2016 - 03 September 2016

Bround: the shape of a Nation, (Rondje UK)

23 September 2015 - 13 Oktober 2015

Tyrreense Toeren

Landen bezocht: