Dag 8 van Douglas naar Morecambe
Blijf op de hoogte en volg Peter
09 Mei 2017 | Verenigd Koninkrijk, Morecambe
Het is zon pension hotelletje met diverse kamers zonder receptie: die zit in het restaurant bar hotel aan het einde van de straat.
Er wordt me door Chris de manus van alles verzekerd dat het veilg is om de motor, desnoods met de sleutels er in, aan de kant van de weg te laten staan. Er volgen een paar sterke verhalen. Ook wijst Chris me de weg om naar het publieke TT circuit te komen: ook een kilometertje verderop de heuvels in.
Het is weer ochtend en het restaurant waar het ontbijt geserveerd wordt zit vol werkmannen in overall die me toch borden vol ei, worst, witte bonen en champignons naar binnen zitten te werken . . . Geen wonder dat ze zelf ook zo vet zijn. Kolossaal is het juiste woord. Ongezond het andere. Mijn yoghurt en appeltje en bruinbrood steken daar schril bij af. Vooruit, dan doe ik ook een schepje scambled eggs en 1 plakje bacon. Met een glaasje melk.
Gevoed en gelaafd haal ik de spullen van de kamer en stap op de motor. Ik zal je zeggen dat ik toch wel een beetje gespannen ben: stel je voor dat het circuit vol snelle autos en motoren zit die gekke dingen gaan doen en zo. Maar eenmaal bij de grandstand van de startfinish blijkt dat er weinig verkeer is. Een enkele bus en een paar auto's. En na de grote stad Douglas wordt het helemaal rustig.
De weg is links en rechts versierd met strobalen en de stoepranden zijn zwart-wit geschilderd. Op strategische plekken staan grote borden die aangeven hoe de volgende bocht verloopt. Ik rij alleen en voer de snelheid een beetje op. Buiten de dorpen is er op Man geen snelheidsbeperking, vergis je echter niet: het is en blijft een openbare weg met uitritten en kruisingen.
Op een paar plekken is de weg overzichtelijk en slingert langs muurtjes en bomenrijen. Met een beetje fantasie kan ik me de sensatie voorstellen van de coureurs die met dubbele snelheid proberen de snelste tijd neer te zetten. Het circuit voert eerst westwaarts om dan met een dubbele rotonde naar het noordoosten te leiden. Hier zijn de bomen en dorpen die soms de snelheid omlaag halen. Opeens is daar ook het vermaledijde bruggetje waar de motoren los van de grond komen (ik blijf met beide rubbers op de grond hoor) en na een knik en een hairpin gaat de weg omhoog om over een soort alpenpas heen te jagen. De borden die de afgelegde afstand (in mijlen) aanduiden schakelen aan elkaar.
Na een dorp waar een landbouwvoertuig de snelheid weghaalt kan m ik achter een bestelbus die me het uitzicht ontneemt en zo mis ik de laatste bocht : ik ga links op de rotonde maar moest rechts. Als ik gekeerd ben en gas geef blijkt dat ik alweer op de start finish ben aangekomen. Ik kijk op mijn horloge en zie dat ik er 38 minuten over heb gedaan. De snelste coureurs doen het onder de 18 minuten. De helden.
Om mezelf te belonen koop ik een sticker in de plaatselijke merchandise winkel (er zijn er tientallen) en ik besluit me nu weer aan mijn project te wijden.
Port Erin is het zuidelijkste puntje van Man dus hop hop op het zadel en rustig de binnenwegen opzoeken. Een uitstekende koffie moet met baargeld worden afgerekend, waarbij de Indische uitbater mij twee papiertjes geld teruggeeft waarop de bank van Man staat afgebeeld. Vast niet geldig in Engeland en als ik klaag kijkt hij beteutert en geeft toe dat ik het geld wel bij een bank kan inwisselen maar niet mee kan betalen. Dus ik sta er op dat ik engels geld terug krijg en dat lukt met hulp van een vriend die is toegesneld. De rakkers.
Lang blijft het koud op de motor. De zon komt achter de wolken vandaan maar de lucht blijft koud. En motorrijders hebben van nature veel tegenwind. Ik ga langs de westkust, waarbij de weg met zijn wegdek en vergezichten wel aan Schotland doet denken, naar Peel. In Peel staat een kasteel dat mogelijk model heeft gestaan voor de mythes rond Avalon. Nu is het een toeristische atractie bij een haven vol dure jachten, omzoomd met dure appartement complexen. Maar ja, Man is niet voor niets een belastingparadijs.
Het gaat verder langs de kust naar het noordelijkste puntje : Head of Ayr boven Bride. De lucht geurt er volop van de bloeiende brem als ik kort pauzeer met een slok water.
Dan naar Ramsey waar ik in de buurtsuper een bak sla, een sandwich en een pint melk koop. Aan de haven smikkel ik de sla naar binnen. Vervolgens moet en zal ik naar Slayfall, wat ik dacht dat het hoogste punt van het eiland is. Dus niet. Het is een prachtig dal met water en valletjes waar je prima kunt wandelen. En vervolgens kom ik weer uit in Ramsey waar ik aan het strand mijn broodje en melk verorber.
Terug langs de oostkust, waar meer kliffen zijn en waar ik in Lanxey een reuzachtig stalen waterrad bewonder. Toetoet zegt het kleine treintje dat ik tegenkom. Te laat om te fotograferen, maar denk maar aan dat beroemde trammetje uit de films in San Fransisco.
Na al dat moois ben ik om 15:00 alweer in Douglas en zet de motor uit. Ik ga eens even de winkelstraat in voor een koffie en wat internetten.
In de plaatselijke koffiewinkel krijg ik een email van een potentiele klant, met een vraag die ik graag wil beantwoorden. Heb ik de komende twee uur weer wat te doen want de boot gaat pas om 19:45 (vanaf 18:00 inchecken).
Als ik bij de Starbucks de klantpuzzel denk te hebben opgelost ga ik even een broodje kebab scoren en koop nog iets voor straks aan boord.
De aankomst van de ferry in Engeland is gepland voor 23:15 dus . . . Dat wordt weer wachten wachten wachten. De hoteleigenaresse heb ik opgebeld en ze zal op me blijven wachten.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley