Dag 5 End-to-ender
Blijf op de hoogte en volg Peter
13 Juni 2018 | Verenigd Koninkrijk, Menheniot
Gisteren dus slechts 333 kilometer gereden. Echt niet meer? Na acht uur rijden? Dat komt natuurlijk door die kleine weggetjes tussen de heggen. Man, ik was redelijk total loss en na een bord Griekse Kipgyros was ik blij om in mijn bedje te kruipen. En in de kamer was het al weer koeler met het raam open.
‘s Morgens wakker worden van het douchen en wateren van de buurman. De muren waren weer eens van papier. Maar goed, ik heb er zin in en sta monter op om te douchen en te wateren, waarmee ik mogelijk ook een hotelgast heb gewekt.
Voor het hotel staan twee bussen. En al die busgasten hebben gedoucht en gewaterd want iedereen, dat is dus 80 Duitse grijze duiven, staat wakker kwekkend en lachend op de gang te wachten tot de deur van de ontbijtzaal opengaat. Na drie minuten kom ik weer en iedereen is stil en kauwt of slikt zijn ontbijtje. Goed zo. Keurig opgevoed.
Terug van het ontbijt op mijn kamertje vul ik de camelbak en doe hem terug in de rugzak. Dan pak ik de rest in de tassen en als ik klaar ben, kom ik er achter dat ik les 1 van Camelbak vullen heb overgeslagen: controleer of de deksel goed dicht is. De rugzak is kliedernat en het water klotst het matras op. Ik red wat er te redden is maar het is verreweg te laat. Alles kliederkletsnat. Gelukkig kan de receptioniste er om lachen, tof mens.
Met een druppelende rugzak rij ik weg richting westen. In Perranporth zie ik de eerste baai met strand plus badgasten. In Portreath stop ik zelfs op zo’n strand om te zien wat er leuk aan is. Van bovenaf de weg ziet het er idyllisch uit, met die kliffen links en rechts. Best fijn om hier langs te kunnen rijden. Overigens, heel apart, mogen autos gewoon op het strand parkeren.
En ook vandaag maken Tomtom en Eva er een feest van. Samen verzinnen ze de mooiste route met de kleinste weggetjes en verrassende stijgingen en dalingen. De wegen zijn niet schoon, dus ben ik blij dat het droog is. Steeds zijn er twee droge sporen waar autos rijden, maar die sporen zijn slechts 30-40 cm breed, met in het midden een spoor van grind en gruis, modder en aarde dat soms bemost is en vochtig. Ongelogen waar heb ik vandaag honderden kilometers van dit soort weggetjes verslonden, soms expres in het midden rijdend om te leren sturen op gravel.
Na St Just worden de struiken lager en de wegen overzichtelijker. In de verte doemt de stompe kerktoren op van Sennen. Nog drie kilometer en daar is Lands End. De magische attractie. De parkeerwachter kijkt eens goed naar de eenpersoonsmotorclub en als we toegeven dat we alleen een fotootje willen maken, mogen we zonder 6£ te betalen verder rijden. Een bijdehante ierse tante maakt van ons een groepsfoto zodat we nu onofficieel een end-to-ender zijn. Van John O’Groats tot aan Lands End. Van het meest noordoostelijke tot het meest zuidwestelijke punt. Maar dan wel “the long way around”.
Dan ronden we de kaap richting Penzance en het nabijgelegen St Michel Mount, een bebouwd eiland dat sprekend lijkt op het franse Mont St Michel. Vanwaar die naam?
Zonder me dit werkelijk af te vragen rij ik naar Lizard Point, het meest zuidelijke punt van het VK, en maak ook daar een fotootje terwijl de motor bijna omvalt en ik hem lopend-rijdend in bedwang kan houden. Alweer een les geleerd.
Die zuidelijkste punt van Lizard via St Keverne naar Mannacan en Mawgan barst van de singletracks met heggen. Er is een heg die een doorgang biedt, naar een uitgestrekt weiland met uitzicht. In dit zonnige stukje rust neem ik een pauze, met een van de laatste mueslibolletjes. Lekker plat. En dan weer verder.
Van Mawgan naar Mawes is hemelsbreed 8 km, maar vanwege de baai is het 50km rijden. Mooie kilometers, dat weer wel. Weer met die vermoeiende heggen-weggen.
Na Mevagissey ontkom ik niet aan een stuk geciviliseerde wereld, met rotondes, bussen en vrachtverkeer. Daarna hup weer de bush in, om uit te komen in Foley. Dat is een steil dorp met een labyrinth aan steegjes waar Tomtom en Eva even geen raad mee weten. Ik verdwaal tot op de 25% hellende stoep van een buurman. Draaien en keren en opnieuw proberen. Als er dan ook nog Deviation staat en Road Closed geef ik het op en neem de ferry naar Bodinnick.
De navigatie gaat naar Looe, eerst W.Looe en dan E.Looe. Dan word ik moe en zoek een Inn. De eerste is niet de beste en zeker een van de duurste. Als ik piep wordt de prijs wel 20 pond lager maar ik besluit verder te zoeken. En na vijf minuten heb ik 50 pond verdiend en zit nu met een buik vol kipfilet en blauwe kaas (met veel stoomgroenten, schat!) het verslag te schrijven in een rustige pub in een vergeten dorpje. Menheniot, als je het wilt weten, the White Hart pub. De teller staat op 93829, altijd nog 330 km, bijna gelijk aan gisteren, ben dan ook bijna even moe.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley